De bugel is de motor van het fanfareorkest en lijkt een beetje op een trompet qua vorm. Waar de meeste mensen de trompet wel kennen, is de bugel veel minder bekend. Doordat de bugel iets groter is met ruimere bochten is dit een heel fijn instrument om op te beginnen. Met de mooie warme klank die de bugel voortbrengt is het ook nog eens een héél mooi instrument!
De hoorn heeft het meest karakteristieke geluid van alle instrumenten! Door de grote beker van het instrument klinkt een hoorn héél warm en galmt het geluid geweldig na. Net zoals de bugel is de hoorn onderdeel van de koperfamilie. Bijzonder is alleen dat de hoorn veel meer buizen heeft, dit resulteert in veel meer mogelijke noten!
De trompet is misschien wel het bekendste instrument van blaasorkesten. De scherpe galmende klanken van de trompet zijn herkenbaar voor iedereen! Een trompet heeft net zoals de bugel, de cornet, de bariton en de euphonium 3 ventielen (knopjes) waarmee de verschillende tonen worden gemaakt. De trompet krijgt zijn heldere scherpe klank door het dunne buizenwerk en de nauwe bochten.
De kornet zit qua klank tussen de trompet en de bugel in maar is wat lastiger om te bespelen. Dit komt door de vele bochten die in de kornet zitten, deze geven een hogere blaasweerstand.
De euphonium en bariton zijn qua klank vergelijkbaar met de bugel. Ze zijn alleen een stuk groter en dus ook lager gestemd. Een vuistregel is dat hoe groter het instrument is, hoe lager het instrument klinkt. Door het grotere mondstuk van de euphonium en bariton spelen deze instrumenten ook wat makkelijker aan en zijn ze dus wat eenvoudiger te leren.
De trombone wordt vaak ten onrechte schuiftrompet genoemd. Waar alle bovenstaande instrumenten ventielen hebben, heeft de trombone een schuif waar de verschillende tonen worden gemaakt. Qua klank is de trombone vergelijkbaar met de trompet maar dan een stuk lager.
De dwarsfluit is een instrument in de familie houtblazers. Ondanks dat er geen hout aan de dwarsfluit zit. Alle houtblazers hebben als kenmerk dat ze kleppen hebben in plaats van ventielen. Waar de meeste koperinstrumenten 3 of 4 ventielen hebben heeft een dwarsfluit 16 verschillende kleppen die de tonen maken.
De altsaxofoon heeft net zoals de dwarsfluit kleppen. Anders dan de dwarsfluit heeft de altsaxofoon wel een houten onderdeel. De klank wordt gevormd door een riet dat aan het trillen wordt gebracht op het mondstuk.
De tenorsaxofoon is het grotere familielid binnen de houtblazers familie. Dit instrument is dan ook lager gestemd dan de altsaxofoon. Doordat de tenorsaxofoon groter is dan de altsaxofoon moet er ook meer lucht door het instrument. Dit maakt het soms wat lastiger om te beginnen met dit instrument
De xylofoon is de basis van het melodische slagwerk. Anders dan blaasinstrumenten wordt slagwerk met stokken bespeeld. Afhankelijk van het soort stokken produceert de xylofoon een ander soort klank. Heel veelzijdig dus! Vanwege de mooie warme klank wordt de xylofoon ook wel vergeleken met de bugel onder het slagwerk.
Het klokkenspel is de trompet onder het slagwerk. Door de heldere scherpe klank heeft het klokkenspel een aanwezige klank binnen het orkest. De scherpe klank ontstaat door de metalen toetsen in combinatie met harde stokken.
De pauken zijn gestemde trommels die met een pedaal verschillende tonen kunnen genereren. De pauken zijn een van de meest veelzijdige instrumenten binnen het slagwerk en zijn terug te vinden in alle soorten orkest. Van brassband tot symfonieorkest. Pauken kunnen fluisterend stil spelen en virtuoos indrukwekkend luid spelen.
De drums zijn het meest bekende slagwerkinstrument. Van luide beats tot ritmische begeleiding, een drummer is van alle markten thuis. Met twee benen en twee armen muziek maken is soms nog een hele uitdaging!